Articulatie


Bij articulatiestoornissen worden specifieke klanken of klankcombinaties worden foutief uitgesproken, vervangen door andere klanken of niet uitgesproken. Dit kan de spraakverstaanbaarheid sterk beïnvloeden.

Er zijn 2 soorten articulatiestoornissen:

  1. Fonetische articulatiestoornissen zijn stoornissen waarbij het kind het moeilijk heeft met de motorische productie van een spraakklank. Het is voor het kind moeilijk om de juiste beweging te maken om een bepaalde klank juist te produceren. Bijvoorbeeld de ‘s’ die tussen de tanden wordt geproduceerd, moeilijkheden met de productie van de ‘r’, …
  2. Bij fonologische articulatiestoornissen is het kind in principe wel in staat om alle klanken motorisch te vormen, maar gebruikt het die klanken niet correct in woorden. Het kind beseft (nog) niet dat klankcontrasten en regels bij het vormen van woorden belangrijk zijn bij de betekenistoekenning (vb.: das/tas). Dat komt omdat het kind de regels van het klankensysteem van zijn moedertaal onvoldoende beheerst. Het past daarom zijn/haar eigen regels toe. Alle jonge kinderen passen in de loop van hun ontwikkeling vereenvoudigingsprocessen toe, maar wanneer het kind deze processen langer dan normaal toepast, of atypische processen toepast, spreken we van een fonologische stoornis.